De Tibetaanse Terriër en zijn kenmerken

De Tibetaan is niet gemaakt om geïsoleerd in een kennel te leven, achteraan de tuin. Om zich volledig te kunnen ontplooien heeft de Tibetaan een echte familie nodig. Het is een uitermate sociale hond, die erg veel van gezelschap houdt. Hierdoor zou hij zelfs wel eens wat te veel plaats in het gezin willen innemen. In elk geval maken onverschillige bazen hem ongelukkig en zij zullen nooit alle kwaliteiten van hun hond ontdekken.
 
Men mag nooit vergeten dat een Tibetaanse Terriër eigenlijk een herdershond is, althans daar werden ze in Tiber voor gebruikt. Hij moet dan ook voelen dat zijn baas hem goed in de hand heeft, niet te zacht en niet te hard. Tenslotte houdt de Tibetaan ontzettend van lange wandelingen in bossen, tussen de bomen, en velden. Een huis met een tuin komt een Tibetaan zeker ten goede, maar ook op een appartement kan hij zich behoorlijk aanpassen, mits hij op tijd en regelmatig wordt uitgelaten. Wees gerust, mocht je het zijn vergeten, dan zal je Tibetaan er wel voor zorgen dat hij én jij uitgelaten worden. 

Het ras zoals we dat nu kennen, is een evenwichtig gebouwde hond, met een compact, stevig lijf en een verbazingwekkend springvermogen.

Een en ander komt hem uiteraard goed van pas bij het uitoefenen van zijn functie als herdershond. Ook in zijn gedrag is hij op en top herdershond. Hij is levendig, vrolijk en vol beweging, maar ook waakzaam als het moet. Fysisch en psychisch gezien is het een ontzettend sterke en stoere hond.

In zijn gedrag heeft hij niets van de stereotype van een terriër, want hij is niet fel of strijdlustig. De Tibetaanse Terriër wekt eerder een kalme, zelfs serene indruk. Dat neemt niet weg dat hij schrander, moedig en levendig is. Zeker als hij een van zijn dolle buien heeft, is niets hem te gek. Hij laat zich echter niet zo gauw met vreemden in, maar dat is typerend voor alle rassen afkomstig uit Tibet.